Als je hartspier samentrekt, kunt je ook de daarmee gepaard gaande elektrische spanning meten. Die registratie noemen we het ECG (electrocardiogram).
Soms wordt er niet alleen naar de hartfrequentie (HF) gekeken, maar ook naar de vorm van het ECG. Die vorm zegt iets over de conditie van je hart.
Nu moet je vóór, tijdens en na een bepaalde lichamelijk inspanning, je hartslag meten. Dan kun je zien, hoe die registratie van de
hartslag iets kan zeggen over jouw conditie.
Je zult zien:
- hoe snel de hartslag kan stijgen;
- dat een zekere topwaarde wordt bereikt;
- dat de hartslag na rust weer afneemt;
- dat de hartslag niet zomaar weer op het rustniveau komt;
- dat er individuele verschillen zijn (tussen leerlingen onderling).
De opdracht
De opdracht luidt als volgt: na een warming-up ren je 9 keer, zo hard mogelijk, de breedte van het volleybalveld over. Je moet steeds met een voet de lijn van het veld aantikken. Hierna wordt gedurende 5 minuten om de minuut je hartslag opgenomen.
Ook vóór het rennen wordt de hartslag gemeten. We spreken dan van de rustpols; de pols als het lichaam in rust is. Het opnemen van de hartslag kan het beste met een hartslaghorloge. Maar het kan eventueel ook met de hand.
<<<
leren fietsen
Je doet de opdracht steeds met zijn tweeën. Jij rent en je maat noteert en dan anders om. Dus neem eerst de rusthartslag op. Ren dan 9 keer zo hard mogelijk het volleybalveld (inde breedte) over. Je moet steeds met een voet de lijn aantikken.
Dan meet je direct daarna de hartslag op en dan nog 4 keer om de 2 minuten. Hier zie je een lijstje van genoteerde hartslagen.
<<<
verloop van de hartslag
Hierna worden de gegevens in een grafiek uitgezet. Je docent deelt daarvoor formulieren uit. Op grond van de metingen van Christine krijgen we de volgende grafiek.
Als je jouw waarden in de grafiek hebt uitgezet, zie je ongetwijfeld ook zo'n "scheve vulkaan".
Allereerst zien we dat de hartfrequentie (HF), vanaf de
rustfrequentie, een topwaarde heeft bereikt en wel direct
nadat we met het rennen zijn gestopt.
Deze waarde noemen we in het vervolg: HFtop
HFtop is dus de hoogste frequentie die we tijdens de opdracht hebben gemeten.
Vervolgens neemt de hartslag af. In het begin snel. Daarna steeds langzamer.
Bij de meting heb je vastgelegd:
HFrust = hartslag bij rust (HF vóór warming up)
HFtop = hoogste hartslag die werd gemeten
HFeind = laatst gemeten hartslag (op moment 4)
<<<
twee registraties
Uit de gevonden resultaten kunnen we een aantal conclusies trekken. Allereerst zien we dat de hartfrequentie direct na afloop van het rennen een hoge waarde heeft bereikt (HFtop ).
Als je werkelijk "voluit" bent gegaan, zal de gemeten hartfrequentie toch nog niet overeenkomen met je maximale hartfrequentie. .
Je maximale hartfrequentie
Deze maximale hartfrequentie geven we verder steeds aan met HFmax en deze is - zo blijkt uitonderzoek - bij benadering gelijk aan:
220 - leeftijd
De range
Het verschil tussen HFtop en HFrust noemen we de range:
HFrange = HFtop - HFrust
Vergelijk de waarden met die van je klasgenoten
Als je de waarden met die van je klasgenoten vergelijkt, zul je
zien dat er opmerkelijke verschillen optreden.
Zo kan:
- de HFrust verschillen;
- de HFtop verschillen;
- de HFeind verschillen;
- en dus ook de waarde HFtop - HFeind
Hier zien we naast elkaar een figuur van een getrainde (boven) en een ongetrainde persoon (onder). Zie je dat bij de persoon die veel traint, de hartslag veel sneller weer naar het rustniveau gaat? Het verschil tussen HFtop en HFeind is bij de getrainde persoon veel groter dan die van de ongetrainde persoon.
<<<
Made with
Drag & Drop Website Builder